In gesprek met Denis Lintzen
Om in het gebied van de Belgische grens bij Eijsden tot en met de monding van de Geul bij Voulwames veilig te kunnen blijven wonen, werken, recreëren en varen, zijn maatregelen nodig. Het project Zuidelijk Maasdal staat daarmee voor grote uitdagingen én kansen. Denis Lintzen is als projectmanager verantwoordelijk voor een goed verloop van het project. Hij neemt ons mee in de opgaven waar het gebied voor staat, waarom dit project van belang is en wat er de komende jaren staat te gebeuren.
“Als projectmanager sta ik aan het roer van het project. Mijn rol is zeer divers. Enerzijds zorg ik ervoor dat de gezamenlijke projectorganisatie alle middelen heeft om haar werk goed te kunnen doen. Anderzijds stuur ik op de voortgang en zorg dat wij de beloofde resultaten behalen. Daarbij stem ik intensief af met alle partners in het project om het gezamenlijke draagvlak te behouden en efficiënte besluitvorming mogelijk te maken.”
"Ik ken Zuid-Limburg goed. Jarenlang werkte ik aan het project A2 Maastricht – een complexe opgave waarbij de verkeersveiligheid moest worden verbeterd én de stad tegelijkertijd leefbaarder en aantrekkelijker moest worden gemaakt. Het vergde veel inspanning om tot een plan te komen waar alle betrokken partijen achter stonden. De lessen die ik daar heb geleerd, neem ik mee naar de volgende grote uitdaging voor de regio: het Zuidelijk Maasdal."
Veel knoppen om aan te draaien
“We staan hier voor een aantal opgaven: hoogwaterveiligheid, vlot en veilig transport over water, natuurversterking en ruimtelijke ontwikkeling. Al deze opgaven spelen in hetzelfde gebied met zo’n 165.000 inwoners. Wat het project zo uitdagend maakt, is dat we alle opgaven tegelijk oppakken in één project. Op deze manier kunnen we opgaven en mogelijke oplossingen in samenhang bekijken en zo goed mogelijk op elkaar afstemmen. Neem bijvoorbeeld maatregelen rond hoogwaterveiligheid. Naast het verhogen en versterken van dijken, wordt ook onderzocht of rivierverruiming een oplossing biedt. Geef je de Maas meer ruimte, dan kan het zijn dat je op sommige plekken de dijken minder hoeft op te hogen. Oplossingen voor hoogwaterveiligheid, kunnen ook weer effect op de scheepvaart hebben en de mogelijkheden om dit gebied aantrekkelijk te houden en te maken. Door alle opgaven samen in één project te nemen, hebben we veel knoppen waar we aan kunnen draaien. Daardoor kunnen we ook werkzaamheden en kosten waar nodig beperken. De komende jaren gaan we op zoek naar een combinatie van maatregelen die het grootste effect heeft op alle opgaven.”
Zes partners voor een toekomstbestendig Zuidelijk Maasdal
In het project bundelen zes partijen hun krachten: het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Waterschap Limburg, Provincie Limburg en de gemeenten Maastricht, Eijsden-Margraten en Meerssen. Denis vertelt: “We delen allemaal hetzelfde doel: een toekomstbestendig Zuidelijk Maasdal. Door samen op te trekken, kunnen we veel meer betekenen voor de omgeving. Alle kennis en expertise zit aan één tafel. Waar de één kansen ziet voor ruimtelijke ontwikkeling, wijst de ander op mogelijke risico’s voor de natuur. Juist die wisselwerking maakt ons sterker. Door samen te werken, voorkomen we dat elke partij individueel met een klein deel van het probleem aan de slag gaat, met als gevolg dat maatregelen niet goed aansluiten en mensen langdurig overlast hebben van werkzaamheden.”
“Op deze manier samenwerken vraagt wel wat. Zowel van de projectorganisatie als van de bestuurders van de betrokken partijen. Want iedereen heeft een ander beeld van wat een toekomstbestendig Zuidelijk Maasdal nu eigenlijk is. De komende jaren werken we aan dat gedeelde beeld. Daarbij draait het om gezamenlijk kansen grijpen en belangen af te wegen. Natuurlijk zal dat soms gaan schuren. Maar juist door die verschillen bespreekbaar te maken en open te staan voor elkaars perspectieven, ontstaat er ruimte voor echte oplossingen. Alleen door samen te bouwen aan een gedeeld toekomstbeeld, kunnen we het verschil maken voor de mensen in dit gebied.”
Haalbaar, maakbaar en betaalbaar
Het project werkt stapsgewijs toe naar een concrete invulling van de opgaven. Op dit moment bevindt het project zich in de verkennende fase. Denis: “We bekijken welke problemen en knelpunten er spelen in het gebied en gaan daarna aan de slag met het vinden van bouwstenen die een probleem kunnen oplossen. We kijken ook naar welke andere projecten en ontwikkelingen er in en rond het gebied spelen en waar samenwerking mogelijk is. Dit proces doorlopen we niet alleen. Inwoners, belangenorganisaties en andere betrokkenen kunnen actief met ons meedenken en ideeën aandragen. In september organiseren we een aantal bijeenkomsten waar iedereen met ons mee kan denken over de opgaven en bouwstenen.”
“Vervolgens is het nodig om focus aan te brengen. Als project hebben we de taak om te zorgen dat de maatregelen die we uiteindelijk nemen haalbaar, maakbaar en betaalbaar zijn. Dat vraagt om scherpe keuzes. Stukje voor stukje komen we dan tot een pakket aan oplossingen voor alle opgaven. Dit pakket moet er liggen in 2028.”
“Dit project is uniek, zowel in omvang als in de manier waarop partijen met elkaar samenwerken. Er is geen referentie- of vergelijkbaar project. We bouwen samen aan iets nieuws. Daarbij combineren we bestaande kennis en ervaringen, maar we moeten ook durven pionieren. Dat betekent soms fouten maken maar vooral: leren en doorpakken. Juist door dat samen te doen en elkaar vast te houden, komen we verder.”