Veelgestelde vragen over het project
De Maas en Zuid-Limburg zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De rivier en haar oevers zijn een bron van werkgelegenheid, bieden ontspanning en veel mensen wonen in dit prachtige gebied. Het water heeft ook een minder mooie kant. Klimaatverandering zorgt voor extremer weer met meer kans op overstromingen en schade. Om in het gebied van de Belgische grens bij Eijsden tot en met de monding van de Geul bij Voulwames veilig te kunnen blijven wonen, werken, recreëren en varen, zijn maatregelen nodig.
In het project Zuidelijk Maasdal werken zes overheden en de omgeving samen aan een oplossing voor de opgaven in het gebied.
Een oplossing die:
- zorgt dat de waterkeringen in 2050 aan de hoogwaterveiligheidsnormen voldoen;
- zorgt dat het transport over water vlot en veilig gaat;
- bijdraagt aan een dynamisch riviersysteem met robuuste riviernatuur;
- duurzame stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt;
- bijdraagt aan ruimtelijke kwaliteit van stad en landschap.
Het project Zuidelijk Maasdal staat voor een aantal grote opgaven rond hoogwaterveiligheid, vlot en veilig transport over water, ruimtelijke ontwikkelingen en natuurversterking. Verderop in deze veelgestelde vragen vindt u meer informatie over alle opgaven.
Het plangebied begint aan de zuidzijde bij de Belgische grens bij Eijsden. Het loopt aan de noordkant tot aan de monding van de Geul in de Maas bij Voulwames. Aan de west- en oostzijde wordt het plangebied begrensd door de dijken, hoge gronden, het Julianakanaal en de Belgische grens.
Dat kan. In deze eerste fase van het project worden de opgaven, mogelijke oplossingen en meekoppelkansen verder in kaart gebracht. Dat kan de omvang van het plangebied beïnvloeden.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Waterschap Limburg, Provincie Limburg en de gemeenten Maastricht, Eijsden-Margraten en Meerssen. Samen zijn ze verantwoordelijk voor de voortgang en het resultaat van het project. Lees meer op de pagina Samenwerkingspartners.